Applicatie: CashflowPro voor Windows
Introductie
In deze instructie leest u hoe u kostenplaatsen in CashflowPro kunt definiëren en een grootboekrekening als kostenplaatsrekening kunt kenmerken.
Kostenplaatsen definiëren
Voordat er gebruik gemaakt kan worden van kostenplaatsen, is het noodzakelijk dat de omschrijvingen van de kostenplaatsen die u wilt gebruiken in het programma gedefinieerd worden. De kostenplaatsen kunt u aanmaken via het scherm:
Beheer – Configuratie en beheer – Stambestanden Algemeen – Kostenplaatsen
Om een kostenplaats te definiëren zet u een vinkje voor de bovenste niet ingestelde regel en klikt u op de knop Wijzigen. Geef vervolgens de omschrijving in van de kostenplaats en klik op OK om de kostenplaats toe te voegen.
Herhaal deze stappen om alle gewenste kostenplaatsen in uw administratie te definiëren.
Een kostenplaats is in uw administratie actief wanneer deze is aangevinkt. Wilt u bepaalde kostenplaatsen (tijdelijk) uitschakelen, dan kunt u het vinkje voor de kostenplaats uitzetten.
Grootboekrekeningen kenmerken
Als de kostenplaatsen in uw administratie zijn aangemaakt, kunt u in uw rekeningschema aangeven welke grootboekrekening als kostenplaatsrekening gekenmerkt moet worden.
Uw rekeningschema kunt u benaderen via het scherm:
Administratie – Rekeningschema
Selecteer de grootboekrekening die u als kostenplaatsrekening wilt kenmerken en zet een vinkje bij Kostenplaatsrekening.
Klik vervolgens op Opslaan om de wijziging in uw rekeningschema op te slaan.
Wanneer er een boeking plaatsvindt op de als kostenplaats gekenmerkte grootboekrekening, zal CashflowPro vragen om de juiste kostenplaats te selecteren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de lijst die u heeft gedefinieerd in het configuratiescherm.